(1) Er moeten inspanningen worden geleverd om de warmteoverdrachtscoëfficiënt aan de zijkant te vergroten waar de warmteoverdrachtscoëfficiënt beperkt is, zodat de warmteoverdrachtsomstandigheden aan beide zijden van het warmteoverdrachtsoppervlak zo dicht mogelijk zijn; (2) Probeer metaalmaterialen, met name kostbare materialen, te besparen om de productiekosten te verlagen; (3) om het reinigen van geaccumuleerd vuil te vergemakkelijken en een betrouwbare werking te garanderen; (4) warmteverlies moet worden verminderd in warmtewisselaars op hoge temperatuur, terwijl het verlies van koelcapaciteit in koelapparatuur moet worden verminderd; (5) om de temperatuurverschilspanning veroorzaakt door verschillende verwarming van de schaal en buis te verminderen om de structuur te vereenvoudigen; (6) warmtewisselaars die onder hoge druk werken, moeten streven naar eenvoudige en betrouwbare afdichting; (7) om de instroom, verdeling en ontlading van vloeistoffen te vergemakkelijken.
Oliewaterkoeler waterolie: olie stroomt door de schaalzijde, water stroomt door de buiszijde.
De condensor voor stoom wordt gekoeld door stoomwater: stoom stroomt door de schaalzijde en water stroomt door de buiszijde.
Hotvloeistof: water, inlaattemperatuur 110 graden, uitlaattemperatuur 80 graden, stroomsnelheid 55 t/u, bedrijfsdruk 4Bar; Koude vloeistof: ammoniak, inlaattemperatuur 20 graden, uitlaattemperatuur 45 graden, werkdruk 12 bar - ammoniak stroomt door de schaalzijde, water stroomt door de buiszijde.
Welke aanpassingen zou u maken als f {{{0}}} "/f0 minder is dan 1.1 (of groter dan 1.2) tijdens het ontwerpproces van een shell- en buiswarmtewisselaar? Welke impact heeft de aanpassing op warmteoverdracht en weerstandsberekeningen?
Van welke factoren moet rekening worden gehouden bij het selecteren van vloeistofsnelheid voor een warmtewisselaar?
Hoe moet de lengte -diameterverhouding L/D worden aangepast wanneer deze minder is dan de gespecificeerde waarde in het ontwerpproces van shell- en buiswarmtewisselaars? Welke impact heeft de aanpassing op warmteoverdracht en weerstandsberekeningen?
Antwoord: Wanneer de verhouding lengte tot diameter lager is dan de gespecificeerde waarde, geeft dit aan dat de buislengte niet voldoende is en de schaaldiameter te groot is. De aanpassingsmethode is: wanneer het verschil met de gespecificeerde waarde niet significant is, neemt de veronderstelde warmteoverdrachtscoëfficiënt af, wordt de buislengte verlengd en blijft het aantal buizen ongewijzigd. Op dit moment blijft het debiet van de buis ongewijzigd, de convectieve warmteoverdrachtscoëfficiënt blijft ongewijzigd, de schaalzijde wordt verlengd en de stroomweerstand neemt toe. Wanneer er een significant verschil is met de opgegeven waarde, selecteert u de stroommodus opnieuw en bepaalt u de warmteoverdrachtscoëfficiënt k.